46. Geloof, hoop en liefde

OVER VERTROUWEN EN ONZEKERHEID

Misschien ligt het aan de tijd van het jaar. Dat we in de donkerte wat meer beschouwend zijn en dan met die Dag van de Stilte, Allerheiligen en Allerzielen erbij langzaam naar de Kerstsfeer kruipen en onszelf een beetje terugtrekken, terwijl de stroom van de fysieke energiesappen wat dunner wordt, zoals in die van de bomen en struiken. Dat ik daarom nog even stil sta bij een paar van die grote begrippen in het leven. En dat ik vandaag een bekende trits onder de loep neem.

De titel van dit stuk is wat misleidend, want over de liefde zelf gaat het nauwelijks, behalve daar waar de drie begrippen als een soort eenheid worden samengebracht, in de bijbel. Er komt nog een aparte blog over “de liefde” en over de hoop ben ik ook heel kort vandaag, dat maak ik ook nog wel een keer goed.

In kerkelijke kringen

Als je geloof, hoop en liefde intypt op Google kom je niet meteen bij de religieuze betekenis terecht, eerst komt bol.com met gouden kettinkjes met een kruis, een anker en een hart, vervolgens komt er een Ylink naar een Youtube-video van Jantje Koopmans met die titel en een CD van het Urker Mannenkoor, maar dan komen snel de sites die verklaren dat de drie begrippen helemaal bij elkaar horen, dat het goddelijke deugden zijn en dat het de apostel Paulus was die ruim twintig jaar na de dood van Jezus daarover heeft geschreven in een brief aan de Korinthiërs. Het komt er op neer dat het gaat over geloof in God, hoop op het eeuwige leven dat hij heeft beloofd en dat alles gebeurt op basis van de liefde van God, die zelf liefde is. 

Ik heb zelf de Oefening van Geloof vroeger wel geleerd. Die moesten we allemaal hardop opzeggen in de klas. Het was, op mijn negende jaar denk ik, mijn eerste kennismaking met cirkelredeneringen: “Ik geloof alles wat Gij hebt geopenbaard, en door de heilige Kerk ons leert. Dat geloof ik vast, omdat Gij het hebt gezegd, die alles weet en altijd waarheid spreekt.” 

Er is ook een Oefening van Hoop. En die begreep ik ook niet helemaal. “Ik hoop (..) van U te verkrijgen: de eeuwige zaligheid en alle genaden, die ik daarvoor nodig heb. Dat hoop ik met een vast vertrouwen, omdat Gij het hebt beloofd, die almachtig zijt, oneindig goed voor ons en getrouw in uw beloften. Heer, versterk mijn hoop!”

Ik zou zeggen: beloofd is beloofd, dat moet dus genoeg zijn, een zekerheidje dus; extra hoop vragen aan God lijkt dan overbodig. 1)

En dan is er nog de Oefening van Liefde, een liefdesverklaring aan God, waarbij tegelijk wordt gezegd dat “ik uit liefde voor die God ook alle mensen bemin als mijzelf”, waarbij blijkbaar wordt uitgegaan van een positief saldo zelf-liefde, iets wat blijkens veel publicaties de laatste tijd geen vanzelfsprekendheid is.

Hoop en geloof

Hoop en geloof hebben gemeen dat het gaat over onzekere zaken die in de toekomst liggen of buiten je gezichtsveld. Eigenlijk heb ik niets met de begrippen geloven en hopen. Je gaat voor waar aannemen wat onzeker is en in de hoop verbind je daar bovendien een wens, een verlangen aan, en je verbindt je er als het ware emotioneel aan. Je zult in het leven altijd moeten handelen met een onzekere toekomst en dan is het praktisch daarvoor aannames te doen, maar geloof ze niet!! En verbind je emoties niet aan dat toekomstbeeld.

“Ik geloof” volgens Lennaert

Al twintig jaar staat De Avond van Boudewijn de Groot in de top 10 van de Top 2000. Een prachtig lied, met een refrein dat bijna iedereen kent.

Want je kunt niets zeker weten en alles gaat voorbij.

Maar ik geloof, ik geloof, ik geloof,

Ik geloof, ik geloof in jou en mij.

In deze tekst komen geloof, hoop en liefde samen. Lennaert schreef dit lied in 1973 voor zijn toenmalige geliefde Anja Bak. Ze waren net samen, want ze hoefde nu ’s avond niet meer op de fiets naar haar eigen plek. Lekker romantisch kijken ze hand in hand naar buiten waar de regen valt. 

Maar dan zegt hij: ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen en ik ken je diepste angst. En dan het lijkt toch een beetje moeizaam te zijn van haar kant. Ze hoopt op een prachtige relatie, maar ze vertrouwt het toch niet helemaal. Het kan best zijn dat die diepste angst van Anja wel eens verlatingsangst zou kunnen zijn, ontstaan doordat ze in de steek is gelaten door haar ouders, eerdere partners of door Lennaert zelf. En dat ze toch aarzelingen heeft om zich aan deze persoon te binden. 

Zou Anja getroost worden door de opmerking dat je niets zeker kunt weten en dat alles voorbij gaat? Lennaert geeft aan dat hij er wel vertrouwen in heeft in die relatie, hij “gelooft” er in. Tegelijk zegt hij dat hij morgenochtend wakker wordt met de geur van brood en honing, dat hij dan het licht door de gordijnen ziet en dan opeens weet: het verleden geeft geen zekerheid.


Als je dan zeven keer vijf maal in dat lied zegt “ik geloof”, inderdaad in totaal 35 keer, zou dat overtuigen? Of is het een bezweringsformule van Lennaert om het zichzelf aan te praten? Elk refrein met vijf keer “ik geloof” begint op een bepaalde toonhoogte en bij het derde “ik geloof” wordt een dalende muzieklijn ingezet. Wat is de betekenis daarvan? Zou hij er steeds wel helemaal bij zijn met zijn gedachten of gaan zijn gedachten elke derde en volgende keer “ik geloof” naar het borreltje in de kroeg, zijn andere liefde. De uitspraak dat je niets zeker kunt weten wordt daarentegen steeds indringender gebracht naarmate het lied vordert, zoiets van “Ik zeg het je nog één keer: ik geloof er wel in, maar ik kan je natuurlijk niets beloven!”

Het is wel jammer dat je in dit lied maar één kant van de zaak hoort, maar we weten wel dat Anja en Lennaert een jaar nadat Lennaert dit had geschreven toch met elkaar zijn getrouwd en daarna zijn ze, tot 1984, bijna tien jaar samen geweest. 

Boudewijn de Groot is dit lied pas gaan zingen toen hij zelf met diezelfde Anja ging trouwen in 1996. Zijn interpretatie, intiemer en warmer dan die van Rob de Nijs, die het meteen in 1973 heeft opgenomen, kwam in 1999 in de Top 2000, was in 2005 de nummer 1 en is sindsdien niet meer uit de beste 10 verdwenen. Wat Boudewijn en Anja er nou echt van vinden dat weten we natuurlijk niet. Maar mooi is het wel, om thuis alleen te horen, of als je het met een paar duizend man mee kunt zingen.

O O O O O O O O O O O

1) Predikanten benadrukken ook dat de hoop die hier wordt bedoeld niets te maken heeft met wereldse verlangens. In de Heidelbergse catechismus van 1563 wordt over hoop niet gesproken; dat zal er wel mee te maken hebben, namelijk dat het voldoende is om te geloven.

2)

llustratie: Johan Leo Koet

Vind je deze berichten leuk, aarzel dan niet ze door te sturen aan anderen.

Op de website http://www.dewereldenvanjan.blog kan iedereen zich aanmelden door zijn mailadres daar achter te laten.

Op http://www.dewereldenvanjan.blog vind je ook alle eerder verschenen berichten

Reacties zijn van harte welkom; openbare reacties kun je hieronder plaatsen; reacties naar Jan kun je sturen naar koetjwm@gmail.com

3 reacties op “46. Geloof, hoop en liefde”

  1. Jan Sierhuis Avatar

    Voordat ik geloof, hoop en liefde heb laten vastleggen op mijn arm heb ik er wat onderzoek naar gedaan om er achter te komen dat ze onderdeel zijn van de 7 deugden. Die invalshoek is ook best interessant. Samen met de 7 zonden natuurlijk. Lenneart en de Groot zijn op vele vlakken een verhaal apart.

    Like

  2. Jan Koet – Vluchtstrook in het Universum Avatar

    […] Dat komt waarschijnlijk ook omdat we veel raakvlakken hebben in interesse. Zijn laatste post waarin geloof, hoop en liefde langs komen was er ook weer zo één. Deze drie staan samen met wijsheid op mijn arm. Vier van de […]

    Like

    1. Jan Koet Avatar

      Nou, Jan, dat ziet er indrukwekkend uit. Dank voor je support!

      Like

Geef een reactie op Jan Koet Reactie annuleren