
OVER VISUEEL GENOT
Het eerste wat bij mij opkomt is: misschien ervaren we het meeste visuele genot wel als aspect van de op sexualiteit gebaseerde aantrekkingskracht. Die is van alle tijden en naar ik vermoed aanwezig in een groot deel van ons leven. Maar het achterliggende daarvan is, vanuit de evolutie en het reptielenbrein gezien, gewoon een overlevingsfunctie van de soort.
Nee, dán de kunst!
Ik werd in musea altijd net zo moe als in de Ikea. Honderden objecten vragen daar om mijn aandacht. En die kan ik natuurlijk niet aan elk object geven. De blik is van het ene kunstwerk weg en dan komt onmiddellijk het volgende in beeld. En dat hou ik nooit lang vol. Maar sinds ik bankjes heb ontdekt en mijzelf heb toegestaan om niet naar alle kunstwerken te kijken kom ik heel graag in musea. De eerste keer dat ik dat zo heb ervaren was in het Rijksmuseum in Amsterdam en na 20 minuten bij de zalen waar ook de grote meesters hangen was ik heel erg moe geworden. Ik ging naar een ruime hal en kon daar heerlijk op een bankje zitten en zag toen eigenlijk pas voor het eerst het gebouw en de prachtige ruimte waarin ik zat. Die ruimte beschouwen en op je in laten werken zonder te focussen op welk object of detail dan ook was een verademing.
Er is in een museum meer te zien dan alleen kunst. Ik heb een keer in het Singer Museum in Laren naar alles gekeken behalve naar de uitgestalde kunstwerken. En gefotografeerd: de totale ruimte van de expositiezalen, de plafondstructuur, de banken in de zalen, de toiletborstel van bovenaf bekeken 1), etc. Het was één van mijn leukste museumbezoeken.
Van Gogh
Visueel genot is iets dat mij overkomt. Ik had al tientallen schilderijen van Van Gogh gezien in het Van Gogh Museum, maar een schilderijtje uit de donkere, Brabantse periode van Van Gogh dat in het Brabants Museum hangt, kwam mij vanaf een flinke afstand pas echt tegemoet, het was een indringend portret van een boerenvrouw (Vrouw met falie), het drong zich aan mij op en maakte mij emotioneel. Terwijl ik misschien in de “standby”-modus, gedachteloos door de zaal aan het wandelen was. En één van de delen van de TV-serie Krabbé zoekt Chagall kabbelde rustig aan mij voorbij totdat plotseling het schilderij Reclining nude in beeld kwam met een mij verrassende kleurschakering.
Voor visueel genot hoef je niet naar een museum. Ik had een cursusweek gehad in Cadzand. Na afloop pakte iedereen de bus of zijn auto, maar ik ging met Han, een medecursist, wandelen richting Breskens. Na een uur lopen in de zon langs de provinciale weg en met koffers in de hand stopten we even, ik keek om me heen en van de boom die daar in de zon stond kwamen roze gekleurde lichtstralen op me af, trillend, zoals ik nog nooit had gezien en ook nooit zal vergeten. Daarna ging het geheugen met zijn associaties aan het werk en vroeg ik me af of dergelijke ervaringen Van Gogh er toe hebben gebracht om te schilderen zoals hij deed.
Andersom kijken
Ons kijken is meestal naar buiten gericht; je kijkt uit je ogen, speurend, scannend. Zelfs als we in de natuur zijn benoemen we zonder dat we er erg in hebben, hardop of voor onszelf, wat we zien. Vaak met een stukje observatie erbij (hé, wat leuk, een gewone boterbloem, dat had ik niet verwacht; of: je kunt wel merken dat de zomer bijna voorbij is, je ziet al wat bruine blaadjes) of een vergelijking (het landschap hier doet me erg aan Luxemburg denken). Hier is dus het brein bezig dat zijn voorspelde scenario naar buiten brengt en projecteert op wat daar is. We verwoorden vaak wat we zien, als niemand in de buurt is misschien zelfs hardop, en we zijn al aan het oefenen in ons hoofd over hoe we het straks thuis of op Facebook of Instagram zullen vertellen.
Barry Long, een eerdergenoemde Australische spirituele leraar, suggereerde dat je het andersom zou kunnen doen. Je laat je blik ergens halverwege voor je hangen en maakt je blikveld zo breed mogelijk en dan laat je de beelden naar je toekomen; je richt je niet op iets specifieks, je richt je op niets, want richten beperkt het beeld. Er is in die aanpak ruimte voor een bredere waarneming en je ziet wat er is, zonder dat je eerst je verwachting daarvan hebt gecreëerd.
Als ik buiten in de natuur zit of wandel, en ik kijk op deze manier dan ervaar ik een soort omhulling door de omgeving, er zit meer diepte in, het lijkt veel meer 3D dan wanneer ik de blik laat springen van object naar object. En dan komt er rust in mij. Misschien ook omdat het aandacht kost om de blik breed te houden en daardoor is er even geen ruimte voor gedachten. Rust ook omdat ik niet actief kijk, speur, scan, projecteer, maar niets anders doe dan het totale spectrum ontvangen aan lichtschakeringen die bij mij binnenkomen. De neiging om te gaan focussen en specifieke dingen te zien en te benoemen ligt altijd op de loer. Maar gelukkig merk ik dat vaak en zet ik mijn ogen weer op een brede blik en kan ik de ruimte blijven ervaren.
Wachtend in de rij voor de kassa
Ik gebruik zelf deze techniek vaak ook in binnenruimtes. Als je in de rij voor de kassa staat kun je voor je uit staren of je blik langs honderden items laten gaan, maar het meest ontspannend is gewoon de ruimte om je heen naar binnen laten komen zonder focus, zonder specifieke aandacht voor wat dan ook. Vaak komt dan in me op om toch nog even het boodschappenlijstje te checken. Maar ik probeer die gedachte dan snel van me af te werpen. Erger dan nadat je hebt afgerekend nog een keer de winkel in te moeten voor een vergeten boodschap is het, althans voor mij, om het karretje in de rij te laten staan en de winkel weer in te rennen om mij op tijd weer in de rij voor de kassa te voegen.
Door die manier van kijken ervaar ik een moment van (visueel) genot, dat haalt mij dan even weg uit de voortdurende stroom van scannen en associëren. En daar kan ik misschien wel meer van genieten dan van het zien 2) van 300 schilderijen.
O O O O O O O O O O
1)Singer Museum Laren. Toiletgerei. 2019

2)Deze methode heb ik nog niet toegepast op het kijken naar kunst. Voor het kijken naar kunst adviseer ik daarom een boekje van kunsthistorica Wieteke van Zeil. Haar belangrijkste advies is gelijk aan de titel van haar boek, namelijk “Goed kijken begint met negeren” (2018). Negeer het grootste deel van de zalen en kunstwerken, negeer de informatiebordjes naast de werken, negeer in eerste instantie het totale kunstwerk en besteedt dan aandacht aan details en ‘kom het kunstwerk binnen’ en pas dan: zoom uit en zie het hele kunstwerk. En inderdaad, dat kan je op zaken brengen die je bij vluchtige beschouwing helemaal niet ziet.
Illustratie: Johan Leo Koet
Vind je deze berichten leuk, aarzel dan niet anderen er op te wijzen: op de website http://www.dewereldenvanjan.blog kan iedereen zich aanmelden door zijn mailadres daar achter te laten
Op http://www.dewereldenvanjan.blog vind je ook alle eerder verschenen berichten
Reacties zijn van harte welkom; openbare reacties kun je hieronder plaatsen; reacties naar Jan kun je sturen naar koetjwm@gmail.com
Geef een reactie op Peter Teijmant Reactie annuleren