10. Het Grote Geheel (I)

OVER HEEL VER WEG EN HEEL DICHTBIJ  

Iets heel anders dit keer. We hebben al negen afleveringen achter ons liggen. En die gingen over wat er binnen de mens gebeurt. Er is enerzijds een buitenwereld en aan de andere kant hebben drie “eigen” werelden, die van het waarnemen, het gevoel en het denken. Die drie werelden zullen er voor iedereen anders uitzien, maar toch wel een aantal eigenschappen gemeen hebben. Vandaag gaat het over dat grote geheel waar je deel van uitmaakt.

De mens is onderdeel van wat ik noem Het Grote Geheel. Het Grote Geheel omvat de zon, de aarde en de sterrenhemel die we kunnen zien en alles wat daarbuiten ligt tot en met de verste ster, maar gaat ook tot in het kleinste onderdeel van een atoom en alles wat er verder is, maar waar we geen kennis van hebben.

Dankzij de nieuwsgierigheid van de mens (ben je soms wel eens moe geworden van die kinderen van een jaar of drie, vier die de hele dag steeds maar vragen: waarom?, waarom?, waarom?; het zit er al vroeg in) wordt er heel veel energie gestoken in het onderzoeken van de ruimte, hoe verder hoe beter, en hoe het ontstaan zou kunnen zijn, en zijn er weer anderen die bezig zijn met de kleinste deeltjes.

Sprookje

Professor Robert Dijkgraaf, destijds directeur van het gerenommeerde Institute for Advanced Studies in Princeton, kreeg van Matthijs van Nieuwkerk een paar jaar geleden een hele TV-uitzending op prime time tot zijn beschikking om uit de doeken te doen hoe dat nou zat met die ‘big bang’. Ik was wel benieuwd, maar groot was mijn teleurstelling toen hij vertelde dat hij over de eerst 300 miljoen jaar na de big bang (en dus ook niet over de Big Bang) niets kon vertellen. En nu, inmiddels is hij gewoon Minister voor het Hoger Onderwijs, stellen de wetenschappers dankzij een beter type vliegend fototoestel in de ruimte, dat er veel verder weg (en dus ook langer terug in de tijd) dikke sterrenstelsels zijn die ze daar niet hadden verwacht, zo “kort” na de veronderstelde big bang.  En misschien draait het er op uit dat de big bang een sprookje was.  

We geloven telkens in nieuwe sprookjes. In de afgelopen jaren werden ook aannames over de maximumsnelheid in de ruimte (Let op: “u mag niet sneller gaan dan het licht”, maar de buitenste sterren verwijderen zich toch sneller dan het licht en dan zie je ze dus nooit meer terug) en donkere massa (misschien wel een verkeerde berekening) steeds meer in twijfel getrokken.

Er is dus veel wat we niet weten. Bill Bryson schreef in zijn “Een kleine geschiedenis van alles” in 2011: “Uiteindelijk komt het er op neer dat we leven in een heelal waarvan we de ouderdom niet kunnen berekenen, omgeven door sterren waarvan we absoluut niet weten hoe ver ze van ons zijn verwijderd, dat is gevuld met materie die we niet kunnen identificeren, en dat werkt volgens natuurwetten waarvan we de eigenschappen niet echt  begrijpen.” Het zal anno 2023 in essentie niet veel anders zijn. 

De kleinste deeltjes 

Niet alleen dingen die heel ver weg liggen, ook juist de allerkleinste deeltjes die zijn ontdekt maken deel uit van het Grote Geheel. Sterker nog: daar is alle materie op gebouwd. Maar ook daar zijn nog niet alle raadsels opgelost.

En dan is er naast materie ook straling. Kosmische straling gaat zelfs zomaar door elk van ons heen, ongevraagd en ongemerkt.  En daar komt dan die G5 nog bovenop.

Er doen fantastische verhalen de ronde over kwantumdeeltjes die tegelijk positief en negatief kunnen zijn en ook tegelijk op verschillende plaatsen. Er wordt al nagedacht wordt over commerciële toepassingen ervan. Ik zou er graag belangrijke uitspraken over doen, maar kom nu niet verder dan: als het belangrijk wordt voor ons dagelijks leven merken we het wel en ondertussen hebben we onze handen vol aan het leven van alle dag.

Wil je een idee krijgen van onze plek tussen de grenzen van het heelal en de kleinste deeltjes die we kennen, kijk dan diep in en ver uit de ogen van deze “smiling face” in dit filmpje op YouTube:

 (1)  https://youtube.com/watch?v=8Are9dDbW24&si=EnSIkaIECMiOmarE

Het begin en het einde der tijden 

Wij hebben een denkraam dat alles ziet in een tijdsperspectief. Wij kennen alleen maar een tijdsperspectief dat zich van moment x naar moment y beweegt. Wij kunnen ons niet voorstellen dat iets er altijd is geweest of altijd zal blijven. Wij zeggen dan steeds: het moet toch ergens begonnen zijn? Zo denk ik ook wel. Maar kunnen we geen genoegen nemen met het antwoord: we weten niets van een begin en van een einde der tijden?

Enthousiasme

Eind december 2022 werden er twee planeten ontdekt op een afstand van 16 lichtjaar. Ik krijg wekelijks een mail van Scientias (met populair-wetenschappelijke nieuwtjes) waarin op die ontdekking werd ingegaan. “Daarmee bevinden beide planeten – die zich qua massa met de aarde kunnen meten – zich in de leefbare zone. Dat is al best opwindend nieuws“. Ik denk dan meteen: wanneer gaan we daar heen? Het is wel een eind, want het licht doet er al 16 jaar over om hierheen te komen. Als je dan 20 jaar bent bij vertrek en vliegt met een snelheid van de halve lichtsnelheid (die mogelijkheid is overigens in geen eeuwigheid in zicht) en je komt daar aan, je ziet alleen maar stenen, waarvan je er een paar mee neemt (je wilt toch een souveniertje meenemen voor je geliefde) en je gaat meteen weer terug, ben je toch al 84 jaar bij thuiskomst.  Bij “De Speld”, satirische internetpagina, zeiden ze: “Leuk die nieuwe leefbare planeet, maar kan je er ook naar olie boren?”

Waartoe?

Die hele ontdekking van de ruimte en het zoeken naar nog meer kleinere deeltjes is terug te voeren, lijkt mij, op twee vragen: is er nog wat te halen (voor het gemak of voor het lekker) en kunnen we iets vinden om langer te leven en gevaren weg te nemen, niet alleen voor het individu maar ook voor de mensheid. Dat laatste wordt dan vaak vertaald door “Voor mijn kinderen en kleinkinderen”. En dat je je kinderen en kleinkinderen al het goede wenst zit in de genen, mogelijk geholpen door het idee dat je als het ware zelf voortleeft door je nageslacht.

Een tweede wat mij opvalt is dat toch nog vrij veel wordt aangenomen voor waar, terwijl achteraf blijkt dat de stelling niet klopt. En dat heeft misschien te maken met de behoefte aan een coherent beeld van de wekelijkheid. En dat beeld is eigenlijk altijd één beeld. Net zoals wat we zien: een fractie van wat er is, die automatisch wordt ingekleurd.  In dat beeld past niet dat we van allerlei zaken zeggen: de kans is groot dat het zus of zo zit, maar het zou ook nog best nog wel heel anders kunnen zijn. 

Later

Uiteindelijk is alles altijd in beweging, van het kleinste deeltje tot de verste sterren. En dat past dus helemaal niet in ons streven naar vastigheid. En waar al die bewegingen toe leiden, hangt uiteindelijk bijna altijd af van het toeval. In een latere aflevering ga ik in op de invloed van het toeval en de wetten van de statistiek op ons dagelijks leven (en de dood).

Over een paar weken deel II van Het Grote Geheel, waarin we het natuurlijk moeten hebben over het plantaardig, dierlijk en menselijk leven dat ons omringt.

Foto: Johan Leo Koet

Eerdere berichten zijn te vinden op www.dewereldenvanjan.blog

Reageren naar Jan: mail naar koetjwm@gmail.com

Reacties die je hieronder invult kunnen voor andere lezers zichtbaar worden

5 reacties op “10. Het Grote Geheel (I)”

  1. Evert Starink Avatar
    Evert Starink

    We weten meer niet dan wel. Plus: wat we weten, zou zo maar fout kunnen zijn.
    Prettige verkiezingsdag op 15 maart…

    Like

  2. luuk.kiers Avatar
    luuk.kiers

    👍👋Verzonden vanaf mijn Galaxy

    Like

  3. arend.bultman@kpnmail.nl Avatar
    arend.bultman@kpnmail.nl

    Dag Jan,

    Misschien is het verstandig om over zaken te schrijven waar je ‘verstand van hebt’. Dit maakt een erg willekeurige en gezochte indruk. Je zou eens uit moeten rekenen hoeveel energie je nodig zou hebben om de helft van de lichtsnelheid te bereiken, af te remmen bij een planeet op 16 lichtjaar afstand, weer op te starten en weer af te remmen bij onze eigen planeet. Het probleem met de kwantummechanica is dat er steeds meer bewijs komt dat de theorie klopt. Hoe de kwantummechanica zich verhoudt tot de wetten voor ‘grotere’ afmetingen is voor zover mij bekend niet duidelijk.

    Groet,

    Arend

    Like

  4. Leendert Kers Avatar
    Leendert Kers

    Wederom geweldig Jan! Ik heb helaas niet zoveel tijd door allerlei omstandigheden. Maar gisteren op zondag even al jouw nieuwe afleveringen (tot nu toe) in een keer gelezen. Mooie, interessante en goed geschreven verhalen, je hebt je draai helemaal gevonden met deze reeks!

    Verzonden vanaf Outlook voor Androidhttps://aka.ms/AAb9ysg

    Like

    1. Jan Koet Avatar

      Dank je, Leendert. Hoort, zegt het voort!

      Like

Geef een reactie op Evert Starink Reactie annuleren