
OVER VREDE EN GROEPSGEDRAG
Kans verkeken
Ik zag afgelopen zomer op tv de samenvatting van een voetbalwedstrijd. Het was een prachtige dag en bijna alle toeschouwers hadden zomerse kleding aan. De thuisclub stond achter, maar was tegen het einde van de wedstrijd goed op weg om die achterstand weg te werken. Aanval op aanval werd op het vijandelijke doel gericht en je voelde dat de eerste goal in de lucht hing. Na een aantal pogingen was er dan eindelijk die niet te missen kans. En toen die er, het kon eigenlijk niet, toch niet in ging, ging er een luid “Ooooohhhh” door het stadion en letterlijk iedereen gooide zijn handen in radeloosheid naar zijn achterhoofd. En dan zag je alleen maar blote onderarmen en ellebogen omhoog komen alsof het een geregisseerde balletuitvoering was, in een complete harmonie precies tegelijk door duizenden uitgevoerd.
En toen dacht ik aan de paarden.
Rijden en verzorgen
Mijn geliefde en mijn jongste dochter hadden dus samen een paard, Baily genaamd en zij gingen dagelijks naar de stal. Baily was al binnen het jaar overleden na een val op een te gladde “paddock”, maar de dames hadden de smaak te pakken en Lucky kwam. Niet veel later werd de belangstelling van mijn jongste dochter voor het rijden op en het verzorgen van het paard steeds minder en werd zij geleidelijk paardenmeisje-af. Toen stond mijn geliefde er praktisch alleen voor bij de verzorging en heeft zij mijn hulp daarbij ingeroepen.
Gezamenlijke actie
Zo kon het gebeuren dat ik af en toe het paard ging ophalen uit de wei waarop Lucky met misschien wel 80 andere paarden stond. Dat vond ik best wel eng, zo maar lopen te midden van al die beesten. Meestal waren de paarden heel rustig, maar toen ze dachten dat ik de stalbeheerder was (rood T-shirt, kaal hoofd), die op dat moment een nieuw grasveld voor ze zou openen, kwamen ze allemaal tegelijk langs me heen galopperen, want ze wilden allemaal als eerste bij het hek staan. Een indrukwekkende, krachtige, massieve groep was het; meer dan 50.000 kilo kwam er op me af. Ik stond gewoon stil, met mijn handen zwaaiend, en ze renden allemaal keurig om me heen. Ze dachten misschien: als we hem omver lopen gaat het hek niet open. Daarna was ik nooit meer bang om tussen de paarden te lopen.
Als de paarden plotseling een onbekend geluid horen, richten ze allemaal tegelijk hun blik in de richting van waar het geluid vandaan komt en staan ze geconcentreerd met hun oren gespitst te turen, totdat besloten wordt dat er niet ernstigs aan de hand is. Toen Lucky op een weiland stond aan een bosrand en er een grote groep herten langs kwam, stoven alle paarden allemaal tegelijk naar de andere kant van hun weiland en bleven ze vervolgens gezamenlijk heen en weer rennen totdat de herten uit zicht waren.
Vrede
Later ging Lucky naar een andere stal en kwam ze in een kleine kudde te staan. Ik stond daar vaak, bijvoorbeeld als ik ze hooi had gegeven. Bij mij kwamen ze nooit zeuren om een wortel of iets anders te eten, want ik gaf ze nooit iets anders dan hooi in hun voederbak. Ze kwamen als ze uitgegeten waren graag gewoon vlak bij me staan, dan gingen we samen over de wei uitkijken, niets verlangend van elkaar.
Toch is er in zo’n vredige kudde in potentie altijd de strijd over de vraag wie de leider is. Er wordt wat geduwd, er worden kleine beetjes (meervoud en verkleinwoord van beet) uitgedeeld en af en toe wordt er wat getrapt. Er is dan een winnaar en als dat eenmaal is vastgesteld – en van tijd tot tijd herbevestigd – gedraagt de hele kudde zich naar de hiërarchie en gaat de lager geplaatste rustig opzij voor de hogere in rang, ook als dat betekent dat hij of zij de zojuist gevulde etensbak in de steek moet laten.
Zij hebben een grote behoefte om bij elkaar te staan en wandelen vaak in een rijtje achter elkaar over het terrein, maar houden ondertussen de signalen die ze elkaar, uiteraard non-verbaal, geven nauwlettend in de gaten. En als we een uurtje met Lucky waren gaan wandelen, dan stonden bij terugkeer de andere paarden al te wachten en begroetten ons (maar ik denk vooral Lucky) met een vrolijk gehinnik.
Bij de paarden werd ik altijd heel rustig. En dat ervaren veel paardenliefhebbers. Die zijn gewoon graag bij de paarden, waarbij het rijden maar één aspect is van het hebben van een paard. En voor mij is het niet alleen prettig, de paarden zijn voor mij ook een voorbeeld. Als ze eten hebben, voldoende kunnen bewegen en er is niet teveel gedoe in de groep, lijkt het wel of ze de hele tijd gewoon in stilte genieten. Gewoon, er zijn.
Zoogdier 2.0
Zouden we niet meer als paarden kunnen zijn? Misschien is een belangrijk verschil met de mens dat de zoogdieren minder vaak denken, over gisteren, over zichzelf in relatie tot anderen en over de vraag waar ze komende zomer op vakantie heen zullen gaan. Een kudde paarden wil ook niet per se beter zijn dan andere kudden en is niet extra blij of bedroefd wanneer ze toegejuicht worden of juist uitgelachen. Ook de vraag op hoeveel planeten in het Melkwegstelsel menselijk leven mogelijk is (tegenwoordig toch wel wekelijks een issue in de media) zal hun niet bezig houden. Zelfs al het schrijfwerk in deze blog is aan hun niet besteed. Zou het denken misschien de bron van onrust kunnen zijn?
Wij zijn een doorontwikkeling van de zoogdieren (“zoogdier 2.0“) met fantastische capaciteiten. Het gedrag van groepen mensen, zoals in een voetbalstadion, vertoont veel overeenkomsten met het gedrag van de paarden, zeker wanneer er sprake is van plotseling opkomende kansen of bedreigingen. Maar de mogelijkheid om het grootste deel van de dag gedachteloos vredig te genieten, zoals de paarden in de kudde, zijn we als vanzelfsprekendheid al lang kwijtgeraakt.
Foto: compositie Johan Leo Koet met links Lucky
Eerdere berichten zijn te vinden op www.dewereldenvanjan.blog
Reageren naar Jan: mail naar koetjwm@gmail.com
Reacties die je hieronder invult kunnen voor andere lezers zichtbaar worden.
Plaats een reactie