OVER PRIL GEVOELSLEVEN

In het stukje van vorige week ging het over de ongevraagde activiteiten in de denkwereld. Uit de reacties daarop, waarvoor hartelijk dank, bleek veel herkenning. Vandaag iets over de gevoelswereld aan de hand van een paar van mijn vroegste herinneringen.
Het ballonnetje
Ik denk dat het mijn tweede jaar op de kleuterschool was. We hadden een heel leuke juf, een non, een zuster. Elke ochtend als ik de klas binnenkwam pakte ze me bij de hand en gingen we samen een dansje maken. Op een dag zat de jongen naast me met een ballonnetje te spelen op een moment dat dit duidelijk niet de bedoeling was. De zuster was daar boos over, pakte het af en smeet het in de hoek.
Vanaf dat moment, ik zat op de achterste rij, zag ik het ballonnetje steeds liggen en er werd maar geen aandacht aan besteed. Ik dacht dat is iedereen vergeten en toen ben ik van mijn plaats gegaan en heb het ballonnetje in mijn zak gestopt. Toen de middag voorbij was, je voelt hem misschien wel aankomen, vroeg de rechtmatige eigenaar of hij zijn ballonnetje weer terug mocht hebben. Ik voelde mezelf al helemaal ongemakkelijk worden (ik wou zeggen rood worden, maar dat kon ik natuurlijk niet voelen) en moest snel erkennen dat ik het in mijn zak had gestopt. De jongen kreeg zijn ballonnetje terug.
Ik weet niet of mij nog boze woorden zijn toegevoegd door de zuster of dat ze me verwijtend heeft aangekeken, maar ik weet wel dat ik nooit meer een dansje heb gemaakt bij het binnenkomen in de klas. Lag dat aan de zuster? Ik heb lang gedacht van wel. Maar ik vermoed nu dat ik dacht iets onvergeeflijks te hebben gedaan en dat ik mijzelf van schaamte heb teruggetrokken, mezelf onzichtbaar gemaakt, waardoor ik nooit meer uitgenodigd werd te dansen.
En ik weet eigenlijk niet of ze meer dan één keer met mij heeft gedanst. En of ze het met andere kinderen ook wel heeft gedaan. Maar voor mij was duidelijk: ze wou eerst altijd met me dansen en dat maakte me heel blij en na het ballonnetje wil ze niet meer, ze vindt me niet meer lief en leuk en dat is mijn eigen schuld. En misschien heb ik haar daarom ook nooit meer aangekeken en kan ik me van de rest van dat jaar niets meer herinneren. En misschien heb ik daarom nooit (nou, ja, nooit..) iets gestolen; veel te bang op ontdekking. En ben ik eigenlijk sowieso bang om dingen te doen waardoor mensen mij niet meer lief of aardig zullen vinden.
Harde handen
Een paar van mijn oudste herinneringen gaan over mijn broer. Hij is twee jaar ouder dan ik en we sliepen samen op een kamer, de jongenskamer. Toen hij een keer ’s avonds uit de kamer was, heb ik voor de grap de reeds gedeeltelijk gevulde po op zijn hoofdkussen neergezet. Toen hij weer terugkwam en dat zag, aarzelde hij geen moment, pakte de po en gooide de inhoud over mij heen. Ik had daar niet op gerekend, maar ik geloof niet dat ik daar erg mee zat: wie kaatst moet de bal verwachten.
Anders werd het toen ik een keer mijn beklag moest doen bij mijn moeder omdat hij mij geslagen had. Van de klap die ik kreeg kan ik me niets herinneren, maar wel dat ik daarover in de keuken klagend vertelde en dat haar enige reactie was: “Ja, Jan, hij heeft harde handen” en dat zij daarna gewoon verder ging met wat ze aan het doen was. Ik moest het dus zelf maar uitzoeken en dat heb ik gedaan door elke confrontatie met mijn broer verder te vermijden, hem geen aanleiding te geven mij weer te slaan; dus een veilige afstand in acht nemen en vriendelijk blijven om pijn te voorkomen. En dat heb ik lang vol gehouden, het werd ook op school en op straat mijn strategie. Ik heb in mijn leven nooit gevochten; in fysieke zijn dan.
Emotionele leermomenten
Tijdens heftige emoties, zeker in je vroege jaren, kun je conclusies trekken voor je toekomstige houding en gedrag. Die kunnen je hele leven verder bepalen. Terwijl je dat doet op basis van de waarnemingen en veronderstellingen van dat moment. En die niet correct en niet volledig hoeven te zijn en ook niet blijvend. Je hebt wat geleerd, maar is die kennis nog actueel? En passend bij de huidige situatie?
Gisteren dacht ik nog opeens aan een situatie op de middelbare school waar twee klasgenoten die in de klas achter mij zaten (met één van hun was ik zelfs bevriend) wat tikken aan het uitdelen waren aan mij en mijn buurman. Ik heb daarop toen niet gereageerd, en nu, zestig jaar later, word ik alsnog boos, vooral op die vriend, en denk ik dat ik nu wel teruggemept zou hebben, ondanks de artrose in mijn handen.
Mijn broer heeft me de laatste zeventig jaar niet geslagen, die afstand is dus niet meer nodig. En ik accepteer gemakkelijker dat ik fouten maak en dat ik me dan niet onzichtbaar hoef te maken. Maar het duurt soms lang voordat je dat soort dingen in de gaten hebt.
Foto: Theresiaschool, Da Costakade Amsterdam, bewerkt door Johan Leo Koet
Reageren naar Jan: mail naar koetjwm@gmail.com
Reacties die je hieronder invult kunnen voor andere lezers zichtbaar worden.
Geef een reactie op Theo Bonsen Reactie annuleren