
OVER BLAFFENDE HONDEN EN OPDRINGERIGE GEDACHTEN
Mijn geliefde en onze jongste dochter hadden op een gegeven moment samen een hobby gekregen: paardrijden. Omdat onze zoon, de tweelingbroer van mijn jongste dochter, van honden hield (althans, hij had een hondenposter op zijn kamer), kwam er voor hem een hond. Hij heeft hem zelf uitgezocht en het werd Spiky.
Spiky was een ontzettend leuke hond, een Friese stabij. En wat er wel over dat ras wordt gezegd dat klopte ook: zeer eigenwijs. Op de hondentraining die ik met Spiky heb gedaan vonden ze ons samen erg leuk, vooral omdat ik hem steeds van de andere kant van het veld moest ophalen omdat hij een ander, schattig, hondje in de gaten had gekregen.
Niet veel later zaten we met onze handen in het haar, Spiky bleef maar tegen iedereen blaffen, op straat en achter het huiskamerraam, en als hij naast mijn fiets meerende wilde hij ook nog wel eens happen naar niets vermoedende medeweggebruikers als ik die passeerde.
De baas worden van de hond
De oplossing werd gevonden door een hondentrainster bij ons uit te nodigen. Ze kwam binnen, bleef in de deuropening staan, en keek met strakke blik Spiky aan, die zoals altijd ging blaffen. Maar dat duurde niet lang, hij kroop steeds verder naar achteren en op een gegeven moment hield hij op met blaffen. Deze vrouw had een aantal stelregels die uitermate effectief waren. Met die stelregels werd de hondentrainster, en later wij ook een beetje, de baas van de hond.
Gedachten de baas
Toen ik me wat ging verdiepen in zaken als bewustzijn, gedachten en emoties moest ik plotseling weer aan de lessen denken van de hondentrainster. De hond blaft voortdurend om me misschien voor iets te waarschuwen wat niet nodig is. Gedachten bereiken mij de hele dag door. Ook die gedachten lijken mij te waarschuwen voor weet ik veel wat. Alsmaar gewaarschuwd worden door een blaffende hond of door middel van je gedachten geattendeerd te worden op iets wat al gebeurd is of iets dat kan gebeuren, iets dat je te pakken moet zien te krijgen of juist niet vind ik storend. Misschien denk je bij een hond: dat hoort erbij en bij je zelf dat je nu eenmaal zo in elkaar zit. Maar zowel de hond als je gedachten kunnen misschien wel wat leiding gebruiken.
Dienende rol
Onze vaardigheid om te denken is er om ons te dienen. De hondentrainster keek zo ook naar de hond. Als hond of hoofd te veel ruimte krijgen en voortdurend aandacht vragen, moet er iets gebeuren. Dat is uiteindelijk beter voor de hond én voor je hoofd. De hondentrainster had het in een uur of twee voor elkaar met Spiky. Voor de mens is het een stuk lastiger om het idee te krijgen de baas te zijn over zijn denken.
Wij hebben met onze denkcapaciteit een fantastisch hulpmiddel tot onze beschikking. Dat weten we ook goed te gebruiken als we voor een concrete vraag staan, bijvoorbeeld als je een berekening wil maken van de uitgaven die je de rest van de maand nog te wachten staan of als je je vakantiereis gaat plannen. Maar je zult merken dat als je niet met een concrete, gerichte denkactie bezig bent, je gedachtenstroom toch kan doorgaan met denkacties waar je niet om hebt gevraagd. Zoals de hond die voortdurend vanachter het raam naar iedereen blaft, ook als ze geen brief in de brievenbus doen.
Ik denk
Ik denk dat we onze denkcapaciteit gerichter kunnen inzetten en kunnen leren de opdringerige gedachten wat meer naar de achtergrond te schuiven. Dan ontstaat er ook meer ruimte voor zorgeloos genieten van de dingen die zich daarvoor lenen. Dingen die altijd wel voorhanden zijn.
Ik denk dat ik bijna altijd denk. Ik ben het denken dus meestal niet de baas. Maar er wordt aan gewerkt. In latere blogs zal ik beschrijven welke mogelijkheden er zijn om de knop af en toe uit te zetten of het volume wat te dempen en wat mijn ervaringen daarmee zijn. En daarbij kom ik ook nog wel even terug op de lessen van de hondentrainster.
Geef een reactie op Jan Koet Reactie annuleren