11. In de trein met Georgina Verbaan

OVER DE ASSOCIATIES IN ONS HOOFD

Ons geheugen is een grote verzameling van indrukken, feiten, gedachten en gevoelens die alle met elkaar ons beeld van de wereld vormen (die van toen en nu, maar ook die van straks). Die indrukken, feiten, gedachten en gevoelens zijn met elkaar verbonden, wat nodig is om dat totale beeld voor elkaar te krijgen. 


Huis met vlinderstruik

Als ik aan een huis denk  – wat een huis is wist ik al heel vroeg: het had een voordeur en een raam ernaast en het had een schuin dak en er kwam rook uit de schoorsteen; later begreep ik dat huizen er ook anders uit konden zien –  zou het zomaar dat oude huisje kunnen zijn waarin ik in 1975 woonde. Ik denk dan meteen aan de degene met wie ik daar woonde, mijn eerste echtgenote, en aan onze relatie, de lage keukendeur waaraan ik mijn hoofd elke dag stootte, de ruzie met de boze buurman en met de cafébaas om de hoek, mijn oudste dochter die toen is geboren en de zonnige tuin met vlinderstruik. En dat mijn toen 1-jarige dochter, op een po gezeten in de tuin, een vlinder uit de lucht graaide en in haar mond stopte.   

Al die verbindingen komen vanzelf in een fractie van een seconde op. Het brein brengt het één met het ander in verbinding in een onbewust proces en presenteert in voor ons begrijpelijke beelden de meest relevant geachte uitkomsten van dat proces. 

Maar het blijft niet bij wat er in dat huis was, want aan de overkant was een drankwinkel annex pannenkoekenhuis en dan gaan de gedachten (“nu we het toch over een pannenkoekenhuis hebben….”) meteen naar een ander pannenkoekenhuis: Panneland in de Waterleidingduinen. Daar was ik twintig jaar geleden met een teamuitje en diezelfde collega’s van toen zie ik over twee weken weer; ik moet ze nog een reminder voor de reünie moet sturen, maar ik moet toch ook nog een verslagje maken voor het koor, maar eerst moet deze blog af. En zo gaat dat maar door.

De associatietrein

Dat voortkabbelende denkproces, dat voortdurend uitkomsten onder onze aandacht brengt, is bij iedereen aanwezig en het wordt pas onderbroken als er iets moet gebeuren aan denk- of ander werk dat we niet kunnen uitvoeren zonder dat het onze volledige aandacht krijgt. Als je wilt uitrekenen hoeveel 72  x 46 is zal dat bij de meeste mensen niet lukken zonder een moment van aandacht. En in die tijd is er geen ruimte voor andere zaken.  

Maar tot die tijd zit je in wat ik (niet als enige) de associatietrein noem, die schijnbaar doelloos doordendert. Thema’s die daarin bij mij vaak langs komen zijn de gesprekken van gisteren, wat mis ging vijf jaar geleden, wat er allemaal nog moet gebeuren in huis en voor het koor, wat ik nog tegen één van mijn vrienden moet zeggen, waarom het geld alweer op is en waarom er weer zo weinig op mijn stappenteller is bijgeschreven. Om maar wat te noemen.

De associatietrein is gratis. Het opstappen gebeurt zonder dat je er erg in hebt. Maar uitstappen is vaak lastig (een soort Hotel California). En omdat je misschien al eens gemerkt hebt dat je met die associatietrein vaak weer op hetzelfde punt uitkomt (“Het lukt me nooit om alles op tijd af te krijgen”) lijkt de route toch wel erg veel op het door conducteurs en machinisten gehate “Rondje om de kerk”.

Liever lui dan moe

Het associatief denken is moeiteloos, snel en het kan enorm veel signalen verwerken tot voor de mens begrijpelijke informatie. Zo zal het meeste nieuws dat je leest of hoort geen bewuste denkactie vragen. Maar als je hoort dat er morgen geen treinen rijden, ga je toch even na wat je plan voor morgen was en of en hoe je dat eventueel moet aanpassen; dat vaagt een bewuste actie. De rest van het nieuws hoor je niet meer.

De Amerikaanse psycholoog Daniel Kahnemann heeft al een tijdje geleden een boek *) geschreven waarin hij het associatief denken “Systeem I denken” noemt; het echte denkwerk waar je bij wijze van spreken even voor moet gaan zitten noemt hij “Systeem II denken”.

Het boek is van 2011, maar wordt nog steeds vaak als het belangijkste boek gezien dat psychologie-studenten absoluut gelezen moeten hebben. En dat is dan vooral omdat het Systeem I denken wel snel is, maar ook oppervlakkig en vaak onjuiste informatie geeft en uitspraken doet waar je eigenlijk eerst even bewust over had moeten denken voordat je daarvan uit gaat. En dat we dat meestal niet in de gaten hebben, omdat het systeem II denken inspanning kost en we liever lui dan moe zijn. Het boek bevat de resultaten van honderden onderzoeken en ik vertel er graag in een volgende blog interessante en leuke dingen over. 

Voor vandaag tenslotte nog een stukje uit een column van Georgina Verbaan **).  Zij beschrijft op haar manier belevingen in de associatietrein.  

 Een jaar of vijf terug zag ik een oude man op de tram staan wachten. Of nou, eerlijk gezegd was het nog niet tot me doorgedrongen dat ik naar de oude man keek. Mijn ogen zullen in stand-by stand gestaan hebben, denk ik, alleen aan om naderend onheil te registreren, zoals wilde dieren, mensen met een gebrek aan zelfbeheersing (wilde dieren in het algemeen dus), uit koers geraakte voertuigen en natuurrampen, terwijl mijn brein zijn vertrouwde cirkels draaide zonder dat ik – wie dat ook moge zijn – er erg in had.  

Heerlijk is dat. Gewoon even een half uitgeschakeld systeempje zijn dat een beetje door bestanden bladert, in koelstand nog wat extra zuurstof door reeds totaal geoxideerde gedachten blaast. Zoiets is pas vervelend als je bewustzijn niet goed uitgezet is en je kan horen welke domme, nare of willekeurige rijtjes er opgedreund worden, of wanneer je brein blijkbaar heel goed bijhoudt wat je nog allemaal moet doen terwijl je dat zelf zo fijn vergeten was.  

Van buiten ziet de half uitgeschakelde denkende mens er mysterieus en diepzinnig uit, maar vaak is zo’n systeem gewoon op zoek naar de plek waar die blauwe sok met het teengat voor het laatst gezien is (ACHTER HET STAPELTJE WACHTENDE BOEKEN NAAST HET BED!) of speurt het als een robot met één taakje naar nieuwe haken om oude zorgen aan op te hangen.“ 

OOOOOOOOOOOOO

*) Daniel Kahneman. Thinking, Fast and Slow. 2011. In Nederlandse vertaling: Ons Feilbare Denken.

**) ‘Het systeem’ van Georgina Verbaan peutert haar iets aan het verstand. Column Georgina Verbaan in Volkskrant  9 augustus 2019.

Foto: Johan Leo Koet

Eerdere berichten zijn te vinden op www.dewereldenvanjan.blog

Reageren naar Jan: mail naar koetjwm@gmail.com

Reacties die je hieronder invult kunnen voor andere lezers zichtbaar worden

3 reacties op “11. In de trein met Georgina Verbaan”

  1. Evert Avatar
    Evert

    Ik ben treintjesliefhebber en weet dat je de rails en wissels netjes moet leggen als je botsingen en zo wil voorkomen. Bij mij is wat jij een associatie-trein noemt, een vaak vrolijke chaos van van alles en nog wat door elkaar…
    Ik wil dat als goede vriend van je ook even kwijt. Plus: wederom een mooi verhaal!

    Like

    1. Jan Koet Avatar

      Dank je, Evert. Het is een mooi beeld, die vrolijke chaos. Het brein werkt zo snel dat je niet alle opeenvolgende stapjes kunt volgen; hoewel je dat soms wel kunt reconstrueren. Je zegt dan: ” Hoe kwam ik daar ook alweer op?” en dan blijkt dat wat je nu denkt of zegt is terug te voeren tot een gedachte vijf seconden eerder. Maar een gedachten-treintje kan ook tot stand komen door een externe impuls (bijvoorbeeld je ziet of hoort iets; ” lijkt op”, “klinkt als”) of een sensatie in je lichaam, zoals pijn of druk.

      Like

      1. Evert Avatar
        Evert

        Het beeld van de trein was mij nog iets te geordend: een locomotief met er achter een aantal wagons, keurig netjes rijdend over rails. Vandaar dat ik de vrolijke chaos prefereer. Maar: die chaos hoeft niet altijd vrolijk te zijn: er kunnen ook minder vrolijke dingen opploppen die je ook aan “systeemII-denken” kunnen zetten..
        Afijn: ieder zijn/haar meug: jij je trein, ik mijn chaos en Geordina haar blauwe sok met gat…

        Like

Plaats een reactie